Hier zie je een stuk van een vroegmiddeleeuwse langeafstandswaterleiding. Deze werd in 2004 in de directe omgeving gevonden. Wetenschappelijk werd deze gedateerd in de bouwperiode van het keizerlijk paleis, d.w.z. aan het einde van de 8e eeuw na Christus.
De langeafstandswaterleiding voerde drinkwater van hoge kwaliteit van het brongebied "Karlsquelle" bij Heidesheim via het dal van Wackernheim naar Nieder-Ingelheim, naar het paleis van Karel de Grote. Dit gebeurde via een 6,8 km lang kanaal, dat grotendeels ondergronds liep. De constructie, gemaakt van ontgonnen kalksteen, boog zich over een 40 cm breed kanaal dat werd afgedicht met een waterdichte speciale mortel (opus signinum). Het is gemakkelijk te herkennen aan de rode kleur op de bodem van het kanaal. Een deel van dit kanaal leidde vermoedelijk direct naar een bezinkbassin in het centrum van de Pfalz ("bassin van de langeafstandswaterleiding"), een ander deel liep voor de buitengevel van het halfronde gebouw en kon ook worden teruggevonden in de ronde torens die er aan de buitenkant voor stonden. De structuur volgde het constructieprincipe van Romeinse waterleidingen. Het is van centraal belang voor de herontdekking van de antieke bouwcultuur in de vroege middeleeuwen en is tot nu toe uniek voor deze periode. De aanleg was niet nodig: er waren voldoende waterbronnen in het gebied rond de Pfalz. Maar het zorgde wel voor meer hoogwaardig en bovendien stromend drinkwater. Dit water kon bijvoorbeeld worden gebruikt voor het besproeien van gebouwen en fonteinen, waarmee rijkdom en luxe konden worden getoond.
Tussen haakjes: resten van een Romeinse waterleiding werden vlakbij het brongebied van de langeafstandswaterleiding gevonden. Die had hier als direct model kunnen dienen.