Het stadhuis heeft twee verdiepingen en is gebouwd van kleine veld- en breukstenen die werden gewonnen in het Gewann Steinkaut, dat in vroegere eeuwen "Steinstück" werd genoemd. De hoeken zijn gemaakt van huisstenen. De ronde toren aan het gebouw in renaissancestijl maakt het mogelijk om de bovenste kamers van het stadhuis volledig binnen te gebruiken, zoals te zien is in veel voormalige adellijke huizen in de 16e en 17e eeuw.
Deze kamers zijn bereikbaar via een prachtige stenen wenteltrap in het trappenhuis van de ronde toren. Aan de brede kant van het stadhuis ontdek je een gebogen stenen boog met het jaartal 1571, waaronder het stadswapen staat: de drie oplopende sikkels. Het stadswapen dat in de stenen boog is aangebracht, werd gevonden tijdens opruimingswerkzaamheden op het oude kerkhof naast de oude Simultankerk en werd volgens mensen die bekend zijn met de geschiedenis van Saulheim in 1855 onhandig aan het stadhuis bevestigd. Vermoedelijk droegen de ridders van Saulheim de drie sikkels op hun schilden tijdens de kruistochten. Het "heidense wapen", de drie sikkels, werd ook op de toren van de voormalige Sint-Bartholomeuskerk bevestigd om de solidariteit met de dorpelingen te tonen. De begane grond van het gemeentehuis had rondboogingangen die toegang gaven tot een open hal. Om plaats te maken voor een schoolhal en een lerarenflat werden de open ronde bogen in 1855 dichtgemetseld. Dit deed afbreuk aan de structurele integriteit en schoonheid van het stadhuis. De bovenste verdieping van het stadhuis was vroeger de vergaderzaal van de adellijke heren van het hof en de plaatselijke wethouders. Vanuit een raam in de raadzaal informeerde de beëdigde griffier of de plaatselijke pedel de menigte die voor het stadhuis stond te wachten over de bevelen en decreten van het hof en de uitgesproken vonnissen en straffen die aan overtreders werden opgelegd.
