De druivensoort met de Januskop

Huxelrebe

De Huxelrebe is de druivensoort met de Januskop. Enerzijds kan het grote hoeveelheden zeer ongecompliceerde wijnen opleveren, maar anderzijds kan het ook de bron zijn van zeer verfijnde zoete wijnen met een enorm bewaarpotentieel.

De Huxelrebe is een van de "nieuwere" druivensoorten in de wijngaarden van Rheinhessen, hoewel hij al een paar jaar onder zijn riem staat. Ze werden gekruist bij het State Institute for Grapevine Breeding in Alzey door Georg Scheu van de twee witte druivenrassen Elbling en Courtiller Musqué. De Huxelrebe is bijna uitsluitend afkomstig uit Duitsland. De wijnstok dankt zijn naam aan Fritz Huxel, een wijnmaker uit Westhofen (Rheinhessen). Fritz Huxel was een vriend van de fokker en was de eerste wijnboer die in de jaren 50 uitgebreide pogingen deed om de nieuwe druivensoort te telen. In Rheinhessen bedraagt het wijngaardareaal van de Huxelrebe momenteel 273 hectare (1% van het totale wijngaardareaal).

De geelgroene bessen hebben een sappige, kruidige smaak. Kenmerkend voor de Huxelrebe is zijn maagdelijkheid. Na bestuiving ontkiemen de stuifmeelkorrels en groeien ze naar de zaadknop. Er vindt echter geen bemesting plaats en toch worden de bloemen niet afgestoten. De bessen blijven erg klein en worden erg zoet. Hieruit kunnen dan prachtige nobele zoete wijnen worden gewonnen. Het exotische, fruitige boeket van de Huxelrebe doet denken aan mango en passievrucht. Door de levendige zuurgraad zijn de wijnen goed te bewaren en zijn ze ook na vele jaren nog erg fris en levendig.

Als dessertwijn is de Huxelrebe de kers op de taart van een menu. De Huxelrebe is een geweldige metgezel, vooral bij blauwe kaas.